Hoe fotografeer je het Noorderlicht?

Lapland door de lens is een paradijs voor fotografen. Maar wel met een uitdaging! Sommige bestemmingen zijn zó fotogeniek dat fotografie bijna vanzelf een hoofdrol speelt tijdens je reis. Lapland is zonder twijfel zo’n plek. De uitgestrekte, ongerepte natuur, het magische winterlicht en een dik pak sneeuw vormen samen een decor dat rechtstreeks uit een sprookjesboek lijkt te komen. 
 
Toch brengt deze betoverende omgeving ook de nodige uitdagingen met zich mee, zowel voor de fotograaf als voor de camera. Denk aan de ijzige kou, het beperkte daglicht en het felle, reflecterende sneeuwlandschap. De juiste witbalans vinden wordt een kunst op zich, een goede voorbereiding maakt echt het verschil!
 
 

  • De uitrusting 
  • Noorderlicht fotografietips 
  • Voorbereiding 
     

De juiste uitrusting voor fotograferen in Lapland 

Camera en geheugenkaart 
Of je nu fotografeert met een smartphone of een spiegelreflexcamera: de kwaliteit van je camera en lens is bepalend voor het eindresultaat. Laat je goed adviseren of doe zelf wat onderzoek online, zodat je een camera kiest die bij jouw wensen past. Maar zonder dat je meteen in de professionele prijsklasse belandt. Denk ook aan een geheugenkaart met voldoende opslagcapaciteit én schrijfsnelheid, zodat je niet hoeft te bezuinigen op het aantal of de kwaliteit van je foto's. 
 
Accu’s, batterijen en oplader 
Niets werkt zonder stroom en in de kou zijn lege accu’s en batterijen een veelvoorkomend probleem. Kou zorgt ervoor dat ze veel sneller leeg raken, vooral bij oudere exemplaren. Neem daarom altijd een extra (liefst nieuwe) accu of set batterijen mee. Bewaar je camera tussen het fotograferen door onder je jas, dicht bij je lichaam, zodat de accu langer meegaat. Terug in je accommodatie? Laad alles meteen weer op, zodat je de volgende dag niet voor verrassingen staat. 
Tip: Bewaar een extra accu of batterijen in je binnenzak. De lichaamswarmte helpt om ze langer vol te houden. 
 
Handschoenen 
In de kou wil je je handschoenen zo min mogelijk uittrekken. Handige oplossing: vingerhandschoenen met een opklapbare want of speciale fotografenhandschoenen. Ook werkt een dunne thermo handschoen onder je normale handschoen prima. Let wel op dat je handschoenen niet te strak gaan zitten, dat beperkt namelijk de doorbloeding en zorgt juist voor koude vingers. Handwarmers kunnen extra comfort bieden. 
 
Cameratas en condensvorming 
Condens is een veelvoorkomend probleem als je je koude camera ineens mee naar binnen neemt. Laat je camera rustig op temperatuur komen in een gesloten cameratas. Ventileer de tas goed bij terugkomst. Gebruik je een camera met automatische zoom? Zorg dat deze volledig droog is voordat je weer naar buiten gaat om bevriezing van bewegende onderdelen te voorkomen. Bij spiegelreflexcamera’s: haal de lens los na gebruik en laat alles op een droge, stofvrije plek luchten. 
Tip: Haal de lens er altijd af terwijl de camera is uitgeschakeld, zo voorkom je dat er stof wordt aangetrokken door statische elektriciteit. 
 
Statief en accessoires 
Voor nachtfotografie, het Noorderlicht of actiefoto’s is een statief essentieel. Door het beperkte daglicht en lange sluitertijden voorkom je hiermee bewegingsonscherpte. Een externe flitser kan ook handig zijn bij weinig licht. 
Tip: Gebruik de zelfontspanner op 2 seconden, zodat het indrukken van de knop geen trilling veroorzaakt. En monteer vooraf een quick-release plaatje op je camera—dat scheelt flink wat geklungel met koude vingers. 
 

Het Noorderlicht vastleggen 

Er is helaas geen kant-en-klaar recept om het Noorderlicht perfect op de foto te zetten. Een beetje kennis van je (DSLR) camera helpt wel enorm. Zo hoef je op het moment suprême niet nog te worstelen met knopjes en instellingen, terwijl boven je hoofd een magisch schouwspel plaatsvindt. Met deze basistips ben je alvast goed voorbereid. En voor de rest is het oefenen, oefenen, oefenen! 
 
Basistips voor je instellingen: 

  • Gebruik een statief. Heb je die niet, dan kun je je camera ook op een stabiel oppervlak zetten, zoals een rugzak, slee of houtblok. 
  • Zet je camera op de ‘manual’ stand. In het donker heeft je camera geen houvast om automatisch scherp te stellen. 
  • Flits uit! Flitslicht verstoort niet alleen je opname, maar ook je nachtzicht. 
  • Focus op ‘oneindig’ (infinity). 
  • Stel je diafragma zo groot mogelijk in. (Hoe lager het f-getal, hoe meer licht je lens opvangt.) 
  • ISO-waarde tussen 400 en 3200. Houd er rekening mee: hoe hoger de ISO, hoe meer ruis (korrel) je ziet op de foto. 
  • Start met een sluitertijd van 10 seconden en pas die aan op de intensiteit en beweging van het licht. Beweegt het Noorderlicht snel? Probeer een kortere sluitertijd. 
     
    Praktische tips voor onderweg: 
  • Monteer je camera van tevoren op je statief, bij voorkeur in een koele ruimte (zoals de hal), om condensvorming te voorkomen als je naar buiten gaat. 
  • Neem een klein (hoofd)lampje mee om je instellingen in het donker goed te kunnen zien. 
  • Houd accu’s warm onder je jas. De kou laat batterijen razendsnel leeg lopen. 
  • Wil je iemand op de foto met het Noorderlicht? Verlicht die persoon kort (3–5 seconden) met een lampje tijdens de opname. Zo komt hij of zij mooi uit op de foto. 
  • Download de Pyhä of Luosto Aurora Alert Realtime app. Die waarschuwt je automatisch als er Noorderlicht wordt verwacht in de buurt. 

 

Uitgebreide Noorderlicht fotografietips vind je hier
 

Voorbereiding is het halve werk 

Je camera staat klaar, de app is gedownload, en je hebt een donkere plek zonder storend licht uitgekozen. Je weet waar het Noorden is en je hebt de weersvoorspelling gecheckt. Perfect! 
 
Maar dan sta je daar... in de kou, in het donker, wachtend. Zorg dus voor warme kleding en neem een thermosfles met een warm drankje mee. Geduld is essentieel: het Noorderlicht komt en gaat wanneer het zelf wil. 
 
Zie je het de eerste avond niet? Geef niet op! Want als het moment daar is, weet je meteen: dit was het wachten meer dan waard.