Welke periode is het meest geschikt voor een reis naar Lapland?
Deze vraag krijgen wij heel vaak. We kunnen hem helaas niet zo eenvoudig beantwoorden. Want dat is namelijk geheel afhankelijk van persoonlijke voorkeur en verwachting en daardoor het best door jou zelf te bepalen. Hier heb je wel wat voorkennis voor nodig en daarom vind je hieronder meer informatie over de verschillende wintermaanden in Lapland. Zo kun je een goede keuze maken die past bij jouw wensen.

Anders dan in Nederland is een jaar in Lapland onder te verdelen in 6 seizoenen. De winter bestaat uit 'diepste winter' en 'vroeg voorjaar'. Daarna komt er de lente, de zomer, de Ruska (herfst) en de Kaamos (vroege najaar). Voor onze winterreizen concentreren wij ons op de 3 seizoenen vanaf begin oktober t/m eind april.

Kaamos (oktober – december)

De eerste sneeuw valt rond begin oktober. Deze sneeuwlaag blijft vaak al liggen en in de skigebieden wordt deze laag aangevuld met sneeuwkanonnen. Hierdoor ontstaat een solide onderlaag op de pistes. Het aantal uren daglicht neemt snel af, de zon komt niet meer boven de horizon en het schemerlicht reflecteert op de witte sneeuwlaag. Dit verschijnsel veroorzaakt een paars-blauwachtige gloed en wordt wel de Kaamos genoemd (ofwel Poollicht). Het is dus een misverstand dat het in deze periode altijd donker is in Lapland. 

Als er voldoende sneeuw is, openen de skigebieden al enkele skiliften, maar over het algemeen is er in deze periode weinig toerisme. Dit komt doordat er vaak te weinig sneeuw ligt voor sneeuwscooter- of hondensledetochten. Ook de ijshotels en iglo's moeten nog gebouwd worden. De kans om Noorderlicht waar te nemen is wel goed aanwezig omdat de nachten heel lang zijn. Temperaturen variëren van rond het vriespunt tot wel -30 °C.

Diepste winter (december – medio februari)

Dit is de periode van de schemer en de kou, maar vanaf de eerste week januari laat de zon zich alweer boven de horizon zien! De dagen lengen snel met bijna een uur extra daglicht per week. De diepste winter is de periode van kaarsjes, kampvuren, bevroren bomen en niet te omschrijven stilte. Maar natuurlijk ook van de lange koude Poolnachten met een indrukwekkende sterrenhemel en het bijzondere noorderlicht (Aurora Borealis). In deze periode kun je rekenen op een dik pak sneeuw zodat alle activiteiten mogelijk zijn. Voor de Finnen zelf is deze periode nog geen wintersportseizoen, waardoor de het op de pistes heel rustig is. Soms zijn hierdoor nog niet alle skiliften operationeel.

Vroege voorjaar (medio februari – eind april)

Voor de Finnen zelf is dit hét wintersportseizoen bij uitstek. Vanaf eind februari is het net zo lang licht als in Nederland en elke dag komen hier zo'n 8 minuten daglicht bij! Hierdoor zijn de temperaturen minder extreem, hoewel uitzonderingen altijd nog mogelijk zijn. Vanaf half februari tot eind maart is het landschap nog in bevroren toestand, maar daarna kan de temperatuur alweer boven het vriespunt komen. In deze periode is er meer activiteit. Er zijn meer mensen onderweg, meer dieren laten zich zien en af en toe valt de dooi het witte landschap aan. Vanaf medio april is er doorgaans te weinig sneeuw om nog sneeuwscooter- en hondensledetochten te maken, maar de langlaufloipen zijn dan weer op z'n best. Het is lang licht en de meeste skigebieden zijn nog operationeel tot de eerste week van mei! Ook is het ijsvissen bijzonder populair door de mildere temperaturen.